Van Moskou naar Mongolie
Door: Josje
Blijf op de hoogte en volg josje
12 November 2014 | Mongolië, Ulaanbaatar
Vorige week vrijdagavond begon ik mijn 8 maanden durende reis. Ik starte in een hostel in Moskou. Het is er lang niet vol, en de gasten zijn voornamelijk Russen die de tijd dat ze opzoek zijn naar een appartement hier overbruggen.
Maar toch blijken er al gauw wat cultuurverschillen te zijn. Niet zo zeer tussen de Russen en mij, dan wel tussen een Pakistaanse jongen en de Russen/mij. Vol verbazing vroeg hij in zijn gebrekkige Engels of ik serieus zonder broer, neef of man rond reisde. Anya, een kamergenootje en ik wisselen een veelbelovende blik.
Samen met deze Anya, en Russisch meisje uit Ekatarinenburg dat nu in Moskou werkt en tijdelijk in het hostel woont, als persoonlijke gids en de Pakistaanse jongen bekijk ik zaterdag de halve stad.
Op elke straathoek staat een kerk (te herkennen aan de uien op de torens). En dan zijn een theater, een bloemenwinkel en een boekenwinkel niet ver weg. Typerend voor Rusland waar het traditie is om, als vrouw, bloemen voor je verjaardag te krijgen (en tijdens een date). Waar nog veel mensen papieren boeken lezen, naar het ballet, theater en de opera gaan en waar nog een groot deel van de bevolking gelovig is.
Aan het eind van de middag ga ik met Anya op het station kijken waar mijn trein zondag vertrekt. Wat achteraf een goed plan blijkt te zijn, want nog zoiets typisch voor Rusland: tijdens de aanleg van de infrastructuur was het hoofddoel zeker niet om het makkelijk en begrijpelijk te maken voor de reiziger. Het station waar vandaan ik vertrek ligt aan een plein met nog twee andere treinstations, en net als in de metro is er niets in het Engels geschreven.
Zo bang als ik was om de trein te missen zo vroeg ben ik zondag vertrokken richting station. Gewapend met genoeg instant noedels, water en chocola om het een paar weken uit te houden en met mijn backpack op de rug en mijn rugzak op de buik ben ik een echte toerist. En daarmee een soort bezienswaardigheid voor de Russen, het valt me op hoe weinig andere toeristen er zijn.
In de metro voel ik me, net als tijdens mijn reisje van het vliegveld naar mijn hostel, een analfabetische pakezel. Gekleed op de kou buiten breekt het zweet me uit terwijl ik ondergronds de Russische letters op de borden vergelijk met de tekentjes op mijn Russisch/Engelse metrokaartje. Drie kwartier later sta ik toch, wonder boven wonder, veel te vroeg op het goede station.
De trein komt een half uur later binnen gereden en weer een half uur later mogen we instappen. De provodnik, soort huismeester, van treinstel 7 spreekt geen Engels en kijkt me streng aan terwijl ze mijn paspoort en treinticket controleert. In mijn coupe is een dametje bezig om haar koffertje onder een van de twee onderste banken te krijgen. Samen schuiven we mijn backpack onder de andere. Ze spreekt geen Engels, wat later blijkt: wel een beetje Duits. Ik heb het bed boven haar en zwijgend maken we deze op. Een paar minuten later vertrekken we, als we knus met een kopje thee aan het tafeltje zitten te wachten op onze lunch.
De radio staat aan en er word een combinatie van Duitse schlagers, Enrique Eglesias en het foute uur van q-music gedraaid. En dit alles natuurlijk in het Russisch.
Vier dagen lang is het een komen en gaan van verschillende coupegenoten. Nette oudere dametjes, een stinkende stomdronken Rus, een grote ijshockeyspeler zonder voortanden. Van iedereen krijg ik chocola en bijna niemand spreekt meer dan een paar woorden Engels, ik ben de enige toerist. Een ding wat al deze mensen goed hebben begrepen: zodra we het station uitrijden gaat de korte broek en de slippers aan. Het is buiten rond het vriespunt maar de kachel staat binnen op 30 •c. In het hostel was dit ook het geval: buiten is het volop winter maar de Russen hebben binnen zomer.
Na twee dagen word het wel een beetje eenzaam om niet meer dan de nodige dingen, met handen en voeten, te kunnen overleggen. De mensen zijn wel geïnteresseerd, ze proberen te communiceren, willen een foto van me maken en vragen van alles. Als ik duidelijk maak dat ik geen Russisch versta proberen ze het allemaal gewoon wat luider.
Bijna alle Russen laten me foto's zien. De oudere Russen van ouders, kinderen, hun huis en vol trots de zelf gekweekte paddestoelen. Een jonger meisje van de buikspieren van haar vriendje en van haar vakantie in Sochi.
Dit meisje dat op mijn een na laatste dag instapt spreekt beter Engels dan iedereen die ik tot nu toe tegen ben gekomen en ze maakt het verblijf, op 4 vierkante meter, samen met de vieze dronken Rus wat dragelijker. Voor het ontbijt haalt de Rus twee gerookte vissen uit een tas en bied ons deze vrolijk aan: nu weten we ook waar die lucht vandaan kwam. We slaan het aanbod vriendelijk af.
Als ze de volgende ochtend uitstapt en ik even uit de trein kan omdat we een half uur stil staan komt een van de jongens die op de trein werkt naar me toe. Met zijn telefoon heeft hij een zin in het Engels vertaald: 'het spijt me dat ik niet met je kan praten, door mijn gebrek aan scholing.' Het gebaar roert me tot tranen. Het slaapgebrek en het constante gebonk en geronk van de trein helpen ook niet echt mee en ik ben er inmiddels meer dan zat van. De teksten in mijn reisdagboekje worden steeds deprimerender en uit verveling ook gedetailleerder en het eerste boek op mijn ereader heb ik bijna uit. Een klein voordeel van de laatste stop, waar het Engels sprekende meisje is uitgestapt, is dat de vieze Rus ook is verdwenen.
Mijn drie nieuwe coupegenoten spreken wederom geen Engels maar een van de drie blijkt docent te zijn. Een van haar studenten reist derdeklas en als hij komt buurten spoort ze hem aan om een gesprek met me te beginnen zodat hij zijn Engels kan trainen. We kletsen uren, staand op de gang.
Als ik die avond op bed lig ben ik te opgewonden om te slapen: de volgende ochtend vroeg ben ik eindelijk in Irkutsk!
In Irkutsk word ik opgehaald door een Rus met een bordje met mijn naam erop. Hij spreekt uitstekend Engels en brengt me naar mijn verblijf aan het Baikalmeer. Het houten chalet, de rust en de bergen rond het meer doen me denken aan een dorpje in Zwitserland of Oostenrijk. En ook al ben ik 30 uur eerder de grens tussen Europa en Azië overgestoken: ik waan me voor het eerst, sinds mijn vertrek, in Europa.
Bij binnenkomst zit een Brits koppel te ontbijten. Ik wil slapen, eten en douchen tegelijk. Maar ook met iemand praten!
Nadat ik mijn spullen naar mijn kamer heb gebracht schuif ik aan de ontbijttafel. Het oudere Britse echtpaar nodige me uit om die avond mee uiteten te gaan met hen en een Australisch koppel, Ryan en Andrea, dat ook in het hotel verblijft. Een uitnodiging die ik dankbaar aanneem voordat ik naar boven ga om te slapen en te douchen.
S'avonds aan tafel zit ik nog te draaien van de trein. Andrea verteld dat ze de volgende dag al weer terug gaan naar Irkutsk maar dat zij, net als ik, zaterdag op de trein stappen naar Ulaanbaatar. Ik verheug me er nu al op! Want we hebben een hele gezellige avond.
Als ik later in bed lig speelt het tijdsverschil van 7 uur me parten en ik kom niet in slaap. Na drie en een half uur slaap sta ik om 7 uur op. Een ochtendmens ben ik nooit geweest en in Nederland is het nu 12 uur snachts maar ik ga hiken met het Britse echtpaar. We maken een vier uur durende wandeling langs het prachtige meer nadat we met een pontje tijdens zonsopkomst zijn overgestoken.
S'avonds kookt Maria, onze tijdelijke moeder, in het hotel voor ons en na twee glazen wijn val ik rozig van de frisse buitenlucht op een normaal tijdstip in slaap.
Zaterdagochtend haalt Damien ons op en brengt ons terug naar Irkutsk, ik laat mijn bagage achter in het hotel vanwaaruit ik savonds naar de trein word gebracht en neem afscheid van het Britse echtpaar. Zij reizen de andere kant op en zullen zondag de trein naar Ekatarinenburg pakken. Nu al weet ik dat het maken van een reis als deze gepaard gaat met het ontmoeten van veel leuke mensen, maar ook met het afscheid nemen van evenveel nieuwe vrienden.
De rest van de dag wandel ik met vernieuwde energie in de zon door de stad, over de markt en langs de rivier. Irkutsk is een mooie stad. Rond 8 uur ben ik weer in het hotel, waar Ryan en Andrea ook zitten te wachten.
Op het station verpatsen we onze laatste roebels aan oerlelijke souvenirs en gezamenlijk rijden we anderhalf uur later Irkutsk uit. Op weg naar de grens tussen Rusland en Mongolië.
Maar toch blijken er al gauw wat cultuurverschillen te zijn. Niet zo zeer tussen de Russen en mij, dan wel tussen een Pakistaanse jongen en de Russen/mij. Vol verbazing vroeg hij in zijn gebrekkige Engels of ik serieus zonder broer, neef of man rond reisde. Anya, een kamergenootje en ik wisselen een veelbelovende blik.
Samen met deze Anya, en Russisch meisje uit Ekatarinenburg dat nu in Moskou werkt en tijdelijk in het hostel woont, als persoonlijke gids en de Pakistaanse jongen bekijk ik zaterdag de halve stad.
Op elke straathoek staat een kerk (te herkennen aan de uien op de torens). En dan zijn een theater, een bloemenwinkel en een boekenwinkel niet ver weg. Typerend voor Rusland waar het traditie is om, als vrouw, bloemen voor je verjaardag te krijgen (en tijdens een date). Waar nog veel mensen papieren boeken lezen, naar het ballet, theater en de opera gaan en waar nog een groot deel van de bevolking gelovig is.
Aan het eind van de middag ga ik met Anya op het station kijken waar mijn trein zondag vertrekt. Wat achteraf een goed plan blijkt te zijn, want nog zoiets typisch voor Rusland: tijdens de aanleg van de infrastructuur was het hoofddoel zeker niet om het makkelijk en begrijpelijk te maken voor de reiziger. Het station waar vandaan ik vertrek ligt aan een plein met nog twee andere treinstations, en net als in de metro is er niets in het Engels geschreven.
Zo bang als ik was om de trein te missen zo vroeg ben ik zondag vertrokken richting station. Gewapend met genoeg instant noedels, water en chocola om het een paar weken uit te houden en met mijn backpack op de rug en mijn rugzak op de buik ben ik een echte toerist. En daarmee een soort bezienswaardigheid voor de Russen, het valt me op hoe weinig andere toeristen er zijn.
In de metro voel ik me, net als tijdens mijn reisje van het vliegveld naar mijn hostel, een analfabetische pakezel. Gekleed op de kou buiten breekt het zweet me uit terwijl ik ondergronds de Russische letters op de borden vergelijk met de tekentjes op mijn Russisch/Engelse metrokaartje. Drie kwartier later sta ik toch, wonder boven wonder, veel te vroeg op het goede station.
De trein komt een half uur later binnen gereden en weer een half uur later mogen we instappen. De provodnik, soort huismeester, van treinstel 7 spreekt geen Engels en kijkt me streng aan terwijl ze mijn paspoort en treinticket controleert. In mijn coupe is een dametje bezig om haar koffertje onder een van de twee onderste banken te krijgen. Samen schuiven we mijn backpack onder de andere. Ze spreekt geen Engels, wat later blijkt: wel een beetje Duits. Ik heb het bed boven haar en zwijgend maken we deze op. Een paar minuten later vertrekken we, als we knus met een kopje thee aan het tafeltje zitten te wachten op onze lunch.
De radio staat aan en er word een combinatie van Duitse schlagers, Enrique Eglesias en het foute uur van q-music gedraaid. En dit alles natuurlijk in het Russisch.
Vier dagen lang is het een komen en gaan van verschillende coupegenoten. Nette oudere dametjes, een stinkende stomdronken Rus, een grote ijshockeyspeler zonder voortanden. Van iedereen krijg ik chocola en bijna niemand spreekt meer dan een paar woorden Engels, ik ben de enige toerist. Een ding wat al deze mensen goed hebben begrepen: zodra we het station uitrijden gaat de korte broek en de slippers aan. Het is buiten rond het vriespunt maar de kachel staat binnen op 30 •c. In het hostel was dit ook het geval: buiten is het volop winter maar de Russen hebben binnen zomer.
Na twee dagen word het wel een beetje eenzaam om niet meer dan de nodige dingen, met handen en voeten, te kunnen overleggen. De mensen zijn wel geïnteresseerd, ze proberen te communiceren, willen een foto van me maken en vragen van alles. Als ik duidelijk maak dat ik geen Russisch versta proberen ze het allemaal gewoon wat luider.
Bijna alle Russen laten me foto's zien. De oudere Russen van ouders, kinderen, hun huis en vol trots de zelf gekweekte paddestoelen. Een jonger meisje van de buikspieren van haar vriendje en van haar vakantie in Sochi.
Dit meisje dat op mijn een na laatste dag instapt spreekt beter Engels dan iedereen die ik tot nu toe tegen ben gekomen en ze maakt het verblijf, op 4 vierkante meter, samen met de vieze dronken Rus wat dragelijker. Voor het ontbijt haalt de Rus twee gerookte vissen uit een tas en bied ons deze vrolijk aan: nu weten we ook waar die lucht vandaan kwam. We slaan het aanbod vriendelijk af.
Als ze de volgende ochtend uitstapt en ik even uit de trein kan omdat we een half uur stil staan komt een van de jongens die op de trein werkt naar me toe. Met zijn telefoon heeft hij een zin in het Engels vertaald: 'het spijt me dat ik niet met je kan praten, door mijn gebrek aan scholing.' Het gebaar roert me tot tranen. Het slaapgebrek en het constante gebonk en geronk van de trein helpen ook niet echt mee en ik ben er inmiddels meer dan zat van. De teksten in mijn reisdagboekje worden steeds deprimerender en uit verveling ook gedetailleerder en het eerste boek op mijn ereader heb ik bijna uit. Een klein voordeel van de laatste stop, waar het Engels sprekende meisje is uitgestapt, is dat de vieze Rus ook is verdwenen.
Mijn drie nieuwe coupegenoten spreken wederom geen Engels maar een van de drie blijkt docent te zijn. Een van haar studenten reist derdeklas en als hij komt buurten spoort ze hem aan om een gesprek met me te beginnen zodat hij zijn Engels kan trainen. We kletsen uren, staand op de gang.
Als ik die avond op bed lig ben ik te opgewonden om te slapen: de volgende ochtend vroeg ben ik eindelijk in Irkutsk!
In Irkutsk word ik opgehaald door een Rus met een bordje met mijn naam erop. Hij spreekt uitstekend Engels en brengt me naar mijn verblijf aan het Baikalmeer. Het houten chalet, de rust en de bergen rond het meer doen me denken aan een dorpje in Zwitserland of Oostenrijk. En ook al ben ik 30 uur eerder de grens tussen Europa en Azië overgestoken: ik waan me voor het eerst, sinds mijn vertrek, in Europa.
Bij binnenkomst zit een Brits koppel te ontbijten. Ik wil slapen, eten en douchen tegelijk. Maar ook met iemand praten!
Nadat ik mijn spullen naar mijn kamer heb gebracht schuif ik aan de ontbijttafel. Het oudere Britse echtpaar nodige me uit om die avond mee uiteten te gaan met hen en een Australisch koppel, Ryan en Andrea, dat ook in het hotel verblijft. Een uitnodiging die ik dankbaar aanneem voordat ik naar boven ga om te slapen en te douchen.
S'avonds aan tafel zit ik nog te draaien van de trein. Andrea verteld dat ze de volgende dag al weer terug gaan naar Irkutsk maar dat zij, net als ik, zaterdag op de trein stappen naar Ulaanbaatar. Ik verheug me er nu al op! Want we hebben een hele gezellige avond.
Als ik later in bed lig speelt het tijdsverschil van 7 uur me parten en ik kom niet in slaap. Na drie en een half uur slaap sta ik om 7 uur op. Een ochtendmens ben ik nooit geweest en in Nederland is het nu 12 uur snachts maar ik ga hiken met het Britse echtpaar. We maken een vier uur durende wandeling langs het prachtige meer nadat we met een pontje tijdens zonsopkomst zijn overgestoken.
S'avonds kookt Maria, onze tijdelijke moeder, in het hotel voor ons en na twee glazen wijn val ik rozig van de frisse buitenlucht op een normaal tijdstip in slaap.
Zaterdagochtend haalt Damien ons op en brengt ons terug naar Irkutsk, ik laat mijn bagage achter in het hotel vanwaaruit ik savonds naar de trein word gebracht en neem afscheid van het Britse echtpaar. Zij reizen de andere kant op en zullen zondag de trein naar Ekatarinenburg pakken. Nu al weet ik dat het maken van een reis als deze gepaard gaat met het ontmoeten van veel leuke mensen, maar ook met het afscheid nemen van evenveel nieuwe vrienden.
De rest van de dag wandel ik met vernieuwde energie in de zon door de stad, over de markt en langs de rivier. Irkutsk is een mooie stad. Rond 8 uur ben ik weer in het hotel, waar Ryan en Andrea ook zitten te wachten.
Op het station verpatsen we onze laatste roebels aan oerlelijke souvenirs en gezamenlijk rijden we anderhalf uur later Irkutsk uit. Op weg naar de grens tussen Rusland en Mongolië.
-
12 November 2014 - 16:17
Pieteke:
Wat fantastisch Josje! Leuk verhaal.. wat een belevenissen!!
Fijn dat je ondanks het gebrek aan toeristen toch leuke mensen hebt ontmoet..
Je bent al 120 keer bekeken zie ik..dat is niet gering..
Ik wil ook graag foto's van jou alst even kan!
We denken aan je, veel plezier alvast in Beijing, dikke kus van mam. -
12 November 2014 - 19:39
Bert-Jan:
Hola Josje, Prachtig, mooi en spannend begin van je wereldreis. En nu op naar Beijing.....
Ik ben nu al benieuwd naar het vervolg van je belevenissen.....
Hou je taai tijdens die enkele moeilijke momenten en geniet van de rest..... Het lijkt me nu al onvergetelijk.
Liefs....
BJ -
13 November 2014 - 22:58
Michael En Yvonne:
Mooi geschreven en geruststellend om te lezen dat je in je element bent, ondanks kleine ongenoegens. Wat een avontuur. Dikke kus van ons. -
16 November 2014 - 10:32
Nena:
Hoi Jos, jammer dat we niet kunnen skypen door de slechte verbinding. Ik ben blij om te horen dat je nu - eenmaal in Bejing aangekomen -, wat mensen hebt ontmoet en weer helemaal happy bent. We missen jou hier hoor, volgend weekend naar de Ardennen zonder jou.. (Voor jou enigszins voordelig omdat het potje risken met Hidde aan je voorbij gaat..) maar ik wou wel dat je hier was. Dikke kus zus xxxxxxxx -
29 November 2014 - 12:28
Peter:
Hoi Josje,
Ik heb nu ook je adres van je blog. Leuk om je verhalen te lezen.
Een aantal dingen ook her kenbaar door mijn reis door Rusland toen ik zo oud was als jij. De (zuurkool) stank van de Russen in de nachttrein. De beschrijving van Moskou. Ben daar naar een opera voorstelling geweest van wel vijf uur. Drie keer pauze. Prachtig gebouw en prachtige decors met groot massa scenes. Ook drie keer in slaap gevallen.
Ik ga je reis volgen. Leuk om te lezen.
Geniet van alle nieuwe mensen, indrukken, belevenissen en alles en tot in juni.
Veel liefs,
Peter
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley